Door de ontwikkeling van verschillende theorieën is er tot op heden geen eenduidige definitie van hoogbegaafdheid beschikbaar. Onderstaande definitie van hoogbegaafdheid vind ik het beste weergeven wat hoogbegaafdheid betekent.
Hoogbegaafdheid betekent een hoger niveau van bewustzijn, grotere sensitiviteit, een groter vermogen tot het begrijpen van waarnemingen en het omzetten daarvan naar intellectuele en emotionele ervaringen

De meest gangbare theorieën omtrent hoogbegaafdheid zijn onder meer het multifactorenmodel van Mönks/Renzulli (1978, 1992), het multifactorenmodel van Heller (1992, 2005i), het model van Gagné (2010ii), het Delphi-model (2008), en het Groeimodel van Kieboom & Venderickx (2017)

Meerfactorenmodel hoogbegaafdheid Renzulli / Mönks
Meerfactorenmodel
Mönks heeft naast de persoonlijkheidskenmerken de omgevingsfactoren gezin, school en peers (ontwikkelingsgelijken) toegevoegd, want persoonlijkheidskenmerken alleen zijn niet voldoende om het hoogbegaafde potentieel daadwerkelijk tot prestaties te laten komen.
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is er niet zoiets als ‘het’ hoogbegaafd individu. Hoogbegaafden kunnen onderling net zo goed erg verschillen qua intellectuele capaciteiten, talenten, vaardigheden en persoonlijkheid etc.
Delphi model
Het Delphi model is in 2007 door twintig experts ontwikkeld. Het model gaat uit van de innerlijke beleving van een hoogbegaafd persoon. De definitie van een hoogbegaafde is volgens dit model:
“Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker, die complexe zaken aankan. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.”.
Het Delphi model bestaat uit vijf elementen, namelijk denken (hoogintelligent), voelen (rijk geschakeerd), willen (gedreven en nieuwsgierig), doen (scheppingsgericht) en waarnemen (hoogsensitief). Bij hoogbegaafde mensen zijn al deze elementen veelal sterk aanwezig. Hoogbegaafdheid is zoveel meer dan alleen intelligentie. Dat komt ook uit het Delphi model duidelijk naar voren.
Dat hoogbegaafde kinderen er dan ook vanzelf komen door hun intelligentie is dan ook niet waar.
Hoe voelt het om hoogbegaafd te zijn?
Voelen hoe het is om hoogbegaafd te zijn lukt beter als je je probeert voor te stellen dat je vanaf je geboorte een vergrootglas meekrijgt waardoor je voortdurend kijkt. Stel je nu voor dat je dit vergrootglas op een blaadje van een bloem legt. Er komt iemand naast je zitten die geen vergrootglas heeft. Jij vraagt hem: ‘Wat vind jij van die mooie bladstructuur in die bloem? Kijk eens wat een mooie vertakkingen in de nerven van dit blad, kijk eens hoeveel dat er zijn.’ De kans is groot dat de persoon naast je je met verstomming aankijkt. Hij ziet wellicht niet eens een nerf in het blad. Voor hem is het gewoon een groen blad, al ziet het er inderdaad wel mooi uit. Dit geeft treffend weer dat er een duidelijk verschil is tussen hoe een hoogbegaafde de wereld en alles wat op hem afkomt aan kennis en prikkels ervaart, en de manier waarop de meeste mensen in zijn omgeving waarnemen

Intens Talent
De emotionele intensiteit en de overweldigende energie van hoogbegaafde kinderen zal je als ouders vaak niet ontgaan. Hoogbegaafde kinderen maken over het algemeen een ontwikkeling door die sterk afwijkt van de ‘normale’ ontwikkeling zoals de meeste kennen. Er is in Amerika veel onderzoek gedaan naar deze andere manier van ontwikkelen.
Kazimierz Dabrowski is de grondlegger van een theorie, Positieve Desintegratie, waarin hoogbegaafde kinderen (en volwassenen) van een andere kant bekeken worden. Onderdeel van deze theorie zijn de vijf vormen van overprikkeling die vaak voorkomen bij hoogbegaafde kinderen (volwassenen).
Deze intensiteiten zijn een kenmerk van het centrale zenuwstelsel waarbij er sprake is van verhoogde gevoeligheid voor en verhoogde respons op stimuli. De persoon is sneller geprikkeld dan gemiddeld en zijn beleving is ook anders van kwaliteit.
De theorie van Dabrowski gaat ervan uit dat om prettig te kunnen leven het nodig is om je overexcitabilities (sensitiviteit en intensiteit) te accepteren en te integreren. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan omdat de uiting van intense gevoelens door de omgeving vaak gezien wordt als een teken van emotionele instabiliteit in plaats van als een aanwijzing voor een rijk innerlijk leven en als de kracht van hun talent.
De psychomotorische, emotionele en intellectuele domeinen in het bijzonder onderscheiden hoogbegaafde van niet-hoogbegaafde individuen.
De vijf overexcitabilities (de overprikkelbaarheden) voeden en ondersteunen het aanwezige talent. Daarom noem ik het ‘De kracht van de overexcitabilities’. In onderstaande poster van Flow4Talent kan je zien dat de intensiteiten zich ook kunnen uiten in zoals ik het noem de uitdagingen. Ik kan je als kind, ouder en school helpen daar mee om te gaan.
Poster “De positieve kracht van OE (overexcitabilities)”
Bronnen:
Daniels, S. & Piechowski, M.M. (2008), Living with Intensity. Scottsdale: Great Potential Press.
Positieve Desintegratie.nl
Het Zijnsluik
Hoe hoogbegaafde kinderen (en volwassenen) denken en handelen wordt duidelijk door onderscheid te maken in het ‘Luik denken’ en ‘het zijnsluik’.
Prof. dr. Tessa Kieboom die jarenlang ervaring heeft in ontwikkeling en begeleiding van vele duizenden hoogbegaafde jongeren en volwassenen heeft het op deze wijze inzichtelijk gemaakt.
Hoe hoger het IQ hoe hoger het zelfbewustzijn van een kind. Dit versterkte bewustzijn heeft invloed op het ‘zijnsluik’ van hoogbegaafdheid en zorgt ervoor dat een aantal persoonlijkheidskenmerken versterkt naar buiten komen. Hoewel het versterkte bewustzijn een belangrijke krachtbron kan zijn voor hoogbegaafde individuen, kan het ook een aanleiding zijn tot stress, frustratie, of andere moeilijkheden.
In lijn met de emotionele overprikkeling van Dabrowski, lijken hoogbegaafde individuen gevoeliger te zijn dan hun leeftijdsgenoten. Deze gevoeligheid kan er eveneens toe leiden dat deze kinderen/jongeren veel gewicht geven aan kleine dingen, extra gevoelig zijn voor kritiek of opmerkingen, of dat ingrijpende gebeurtenissen harder aankomen, wat zich op zijn beurt kan uiten in angsten of zorgen (Kieboom, 2016).
Luik 'Zijn'
Rechtvaardigheidsgevoel, gevoeligheid
Kritische instelling
De lat hoog leggen
Gevoel van anders te zijn
Luik 'Denken'
Intelligentie
Creativiteit
Motivatie
Leerhonger
Het zijnsluik benoemt vier eigenschappen die het functioneren van hoogbegaafde kinderen mee bepalen.
De gevoeligheid is niet hetzelfde als de intensiteiten zoals hier boven genoemd. De gevoeligheid doet zich bij alle hoogbegaafden voor en van de overexcitabilities komen er één of meerdere bij hoogbegaafden voor.
Een kind met verschillende leeftijden
Hoogbegaafde kinderen kunnen zich ongelijk ontwikkelen op meerdere gebieden. Ook wel de asynchrone ontwikkeling genoemd. Dat wil zeggen dat er een verschil bestaat tussen de kalenderleeftijd en de mentale of intellectuele leeftijd van het kind. Dit houdt in dat bepaalde vaardigheden sneller ontwikkeld worden dan anderen en van een hoogbegaafd kind daarom ook niet mag verwachten dat het op alle vlakken even ver vooruit is.
De verschillen kunnen op verschillende gebieden spelen. Een verschil tussen het hoogbegaafde kind en de buitenwereld, bijvoorbeeld een kloof met leeftijdsgenoten. Verschillen binnen het hoogbegaafde kind zelf, bijvoorbeeld een kloof tussen intellectuele en sociaal-emotionele of motorische capaciteiten.
Hoogbegaafde kinderen zijn door hun sterke cognitieve capaciteiten in staat thema’s te begrijpen waarvoor ze sociaal-emotioneel gezien nog te jong zijn bijvoorbeeld de dood, armoede en oorlog. Hierdoor kunnen ze angstig worden, nachtmerries krijgen en piekeren wat kan leiden tot een verminderd welzijn.
In het onderwijs kan je dit herkennen aan een kind dat cognitief vooroploopt ten opzichte van zijn klasgenoten, terwijl hij bijvoorbeeld nog niet zijn veters kan strikken of klokkijken. Toch is het dan belangrijk dit kind opdrachten te geven dat bij zijn denkniveau past.
Executieve functies
Executief functioneren is het doelgericht kunnen uitvoeren van taken en alles wat er nodig is om dat te doen. Om executief te kunnen functioneren heb je executieve functies nodig. Executieve functies zijn gedragingen, die een mens een doel laten stellen en dat doel ook laten bereiken. Executieve functies stellen mensen in staat hun emoties te reguleren en hun gedachten te volgen zodat ze efficiënter en effectiever kunnen werken,
Welke executieve functies?
De executieve functies zijn te onderscheiden in executieve functies betrokken bij denken (cognitie) en executieve functies betrokken bij doen (gedrag).

Ik wil wel, maar het lukt niet.
Soms willen hoogbegaafde kinderen bijvoorbeeld op school wel bepaald verrijkingswerk doen, maar lukt het ze gewoonweg niet daarmee te starten. Dat kan komen doordat het een vaardigheid vereist die ze nog niet of onvoldoende ontwikkeld hebben.
Hoogbegaafde kinderen hebben gemiddeld slechter ontwikkelde executieve functies dan andere kinderen.
Enerzijds kan dit komen doordat ze van baby af aan vaak al veel dingen eerder konden dan andere kinderen. Niet door oefenen en fouten maken maar door goed te kijken, nadenken en vervolgens te imiteren. Hierdoor zijn de executieve functies van begaafde kinderen minder aan het werk gezet en zijn ze minder goed ontwikkeld.
Aan de andere kant loopt het cognitieve van het kind vaak voor op de leeftijd waardoor ze bij een taak die aansluit bij dit hogere denkniveau bepaalde vaardigheden nodig hebben die gezien de werkelijke leeftijd van het kind misschien nog niet of voldoende ontwikkeld zijn.
Het is van belang de zwakkere executieve functies zo jong mogelijk te signaleren en te oefenen zodat het kind minder snel gefrustreerd en gedemotiveerd raakt en daar niet op vast loopt. Hierbij zal rekening gehouden moeten worden met wat een kind op een bepaalde leeftijd aan executieve functies eigenlijk zou moeten kunnen, want bepaalde functies zijn pas op een leeftijd van 25 volledig ontwikkeld.
Flow4Talent kan onder andere door observatie nagaan welke executieve functie(s) meer ontwikkeld mogen worden bij de jongere zodat bepaalde taken voor het kind makkelijker afgaan of bepaalde doelen behaald worden. Indien gewenst kan aan de hand daarvan een plan van aanpak opgesteld worden om de executieve vaardigheid(en) te oefenen en te versterken.